1:20:18
M'n moeder...
1:20:21
Ze is erg ziek.
1:20:22
Maar ze wordt hier beter verzorgd
dan in 't ziekenhuis.
1:20:28
Moeder en ik zijn erg aan elkaar gehecht.
1:20:31
Hoe lang duren die papieren?
1:20:34
Hangt ervan af...
Eerst moeten we foto's hebben.
1:20:37
En de fotograaf is 'n weekendje weg.
- 'T Is dringend.
1:20:40
Uiteraard...
1:20:42
Maar ik moet ook
technische voorbereidingen treffen.
1:20:46
Nee, u moet tot maandag blijven.
Hotel Excelsior...
1:20:50
hier vlakbij.
1:20:51
Niet veel bijzonders,
maar geriefelijk en veilig.
1:20:56
U moet geduld hebben.
1:20:57
Drukt u alles hier?
- Ja, alles.
1:21:01
Wanneer zien we elkaar weer?
- Maandag om 10 uur.
1:21:04
Kunnen we in 't weekend
niet herinneringen ophalen?
1:21:08
'T Spijt me. Moeilijk met moeder.
1:21:11
Dat begrijpt u.
1:21:14
'T Is maar 300 meter, linksaf.
1:21:19
Tot maandag, 10 uur.
1:21:34
Is hij weg?
- Ja, moeder.
1:21:41
Vandaag of morgen doen ze met jou
't zelfde als met je vader.
1:21:48
Dat waren zij niet, moeder.
1:21:50
Ze hebben 'm vermoord
toen hij niet meer nodig was.
1:21:55
Ze hebben 'm vermoord!
1:21:56
Vader heeft 'n auto-ongeluk gehad.
- En jij krijgt er ook een.