1:01:33
Niet meer schieten, verdomme.
1:01:36
Stil.
1:01:45
- Gaat 't?
- Ja, het valt mee.
1:01:48
- Hij ging er dwars doorheen.
- Naar achteren.
1:01:52
Geef die sjaal hier.
1:01:55
Stil allemaal.
1:01:57
- Oké?
- Ik heb weinig pijn.
1:02:01
- Hoeveel kogels?
- Eentje.
1:02:03
Toen schoot ik en zij ook.
Ik zag niemand, ik was alleen boos.
1:02:09
Grijs?
1:02:14
Dacht je dat 't hierbij bleef?
1:02:17
Ga Groen even helpen, alsjeblieft.
1:02:22
Wat 'n stelletje schijters.
1:02:28
Iemand raakte nerveus of verveeld.
1:02:32
Ze zitten er al lang. We moeten iets doen.
1:02:40
Wie begon? Zij of wij?
1:02:43
Geen idee. Het kwam achter ons vandaan.
1:02:48
Vast een sluipschutter.
1:02:50
Dus iemand besloot te schieten?
Hoe kan dat?
1:02:54
Dat kan heel gemakkelijk, inspecteur.
1:02:58
Kunje zien wat er in de metro gebeurt?