:43:01
Wat dan ?
:43:03
Dat mag ik u nu nog niet zeggen.
:43:07
Wie is uw opdrachtgever ?
- Dat mag ik ook niet zeggen.
:43:11
Ik zou u graag helpen.
Het zijn slechte tijden in mijn vak.
:43:16
U kunt me helpen.
- Denkt u dat ?
:43:20
Iedereen zegt
dat Eddie Shoebridge dood is.
:43:24
Dan heeft hij dus niks
aan uw goeie nieuws.
:43:27
Ik denk dat hij nog leeft.
:43:33
Uw auto is niet erg schoon.
:43:35
Waarom hebt u een steen
op een leeg graf gezet ?
:43:40
Wat voor steen ?
:43:42
Die steen waarvoor u in 1965
395 dollar hebt betaald.
:43:48
Ik krijg 2 dollar 47 van u.
:43:51
Twee weken daarvoor hebt u een
overlijdensakte voor Eddie aangevraagd.
:44:01
Mag ik uw creditcard ?
:44:03
Nee. Creditcards zijn uit.
:44:13
Ik betaal liever contant, net als u.
:44:36
Dit vind ik zelf het mooiste.
:44:40
Is het niet magnifiek ?
- Het is vast te duur voor mij.
:44:45
Kan ik u helpen ?
:44:53
Ik ben zo terug.
:44:57
Mrs. Clay, wilt u Mrs. Cunningham
even verder helpen ?