1:18:02
Verdachten. Ik ben altijd
op zoek naar verdachten.
1:18:06
Wat is dat voor getik ?
1:18:16
'Dat getik is een bom die over
30 seconden afgaat. De moordenaar.'
1:18:21
Vlug, de deur.
- 'P.S. De deur zit op slot.'
1:18:32
Het spijt me, Tess. En ik ben je
ook nog zo veel geld schuldig.
1:18:37
Dat hindert niet. Wat nu ?
- Ik heb een idee.
1:18:41
Maar ik weet niet of het werkt.
Draai je om.
1:18:46
En waag het niet je om te keren.
- Maar als...
1:18:49
Doe wat ik zeg.
- Goed, Sam.
1:18:51
Ik geloof dat ik moet huilen.
1:19:09
Wat moet jij in mijn bed ?
- Ik kan nergens anders slapen.
1:19:12
Je hoort in de auto, chauffeur.
1:19:14
Dan vertel ik aan iedereen
dat u een toupet draagt.
1:19:18
Dat is bekend.
- Waarom draagt u hem dan ?
1:19:20
Ik wist niet dat jij het wist.
- Natuurlijk wist ik het.
1:19:25
Een afschuwelijk ding.
1:19:29
Een bom, aan de andere kant
van de hal. Doe de deur open.
1:19:39
Hij zit op slot, aan de buitenkant.
1:19:42
Je lijkt ineens veel groter.
Hoe kan dat ?
1:19:45
Dat weet ik niet, ik groei niet.
1:19:48
Dan kan het maar
een andere oorzaak hebben:
1:19:52
de kamer wordt kleiner.
1:19:56
Het plafond komt naar beneden.