:02:29
Nu.
:02:37
Zie je iets?
:02:40
Denk je dat het verlaten is?
:02:46
Richard wordt boos
als ze er met de schat vandoor zijn.
:02:51
Als er al een schat was.
:02:56
Nog één keer.
:03:06
John.
- Staakt het vuren.
:03:12
Namens Richard Leeuwenhart...
:03:14
koning van Engeland
en heer van half Frankrijk...
:03:17
en daardoor opperheer alhier...
:03:20
Ik spreek namens mijzelf.
:03:23
Waar zijn je soldaten?
- Weg.
:03:25
Waar is de heer van Châlus?
- Hij leidde ze.
:03:28
Vraag's wat hij van de schat weet.
:03:31
Hij liet me achter met de vrouwen
en zonder wapens.
:03:35
Nu verzamel ik pijlen
met m'n halve oog.
:03:38
Maar dacht je dat ik een boog had
om mee te schieten?
:03:45
Mijn koning denkt dat jouw heer
een schat van hem achterhoudt.
:03:50
Ik heb orders om hem op te halen.
:03:54
Dat moet de schat zijn
van Jean de Ploeger.
:03:57
Een gouden beeld, een meter hoog?
- Dat is'm.