1:16:01
Doe wat ik zeg. Spring overboord.
Die man mag je niet zien.
1:16:08
Blijf daar tot ik zeg
dat je mag komen.
1:16:17
Waar is de jongen ?
1:16:21
Het moet 'n vergissing zijn.
1:16:25
Dat doet de deur dicht.
Je bent vergeten wie ik ben.
1:16:31
Gaat 't ?
- Ja, ik heb 'm laten gaan.
1:16:34
Vermoord me dan. Ik ben een dog
geweest, maar ik sterf als 'n man.
1:16:40
Dat denk ik ook.
1:16:50
We kunnen vertrekken, baas.
1:17:13
Oom.
1:17:17
Ga niet dood. Ik zal je
een truc van me laten zien.
1:17:25
Ik ben te dom om trucs te leren.
1:17:32
Je bent toch niet boos omdat ik
je vader hierheen heb gebracht ?
1:17:44
Geef deze kaart aan je papa.
1:17:47
Zeg hem dat hij met deze kaart
op de veiling komt.
1:17:54
Hij weet wel wat hij moet doen.
Piep hem op.