:27:02
Alles gaat goed met hem.
Zijn gezondheid, en de rest ook.
:27:12
Het ging gewoon even fout.
:27:17
Hij schrok ergens van of zo.
:27:32
- Ik ga nu weg. Wilde u nog iets ?
- Nee, bedankt. Dag.
:27:37
We kunnen maar het beste een eind
aan deze dag maken. Ik ga naar bed.
:27:43
Ik kom zo.
:28:20
Stil. Dat is de meester van het huis.
:28:24
- Wat is dat ?
- Meneer ?
:28:26
Die hond.
:28:28
- Mooi, hé ? Hij stond buiten.
- Wie heeft daar toestemming voor gegeven ?
:28:33
Ik dacht dat een waakhond goed
van pas kwam. En Damien is dol op 'm.
:28:40
Hij heeft u laten schrikken, nietwaar ?
:28:43
- Ja.
- Ziet u wel hoe goed hij is ?
:28:46
Als waakhond. Daar bent u vast
blij mee als u ver weg van huis bent.
:28:58
We hebben geen hond nodig,