:15:16
Wil je alsjeblieft niet zo hijgen?
:15:25
- Ik ga weg.
- Hoezo?
:15:29
- Ik wil hier niet meer wonen.
- Denk nou even na.
:15:32
- Ik ga weg.
- Het is niet onherroepelijk.
:15:36
Het is 'n proefscheiding.
:15:39
Ik kan niet alleen zijn.
:15:44
Ik wil nu niet bespreken
hoe we 't gaan doen.
:15:50
Ik vind dat heel moeilijk.
:16:00
Dat gevoel van machteloosheid
begon 'n jaar geleden.
:16:05
Die verlamming.
:16:10
Opeens kon ik niet meer schrijven.
:16:13
Zo plotseling was 't niet.
Het begon vorig jaar in de winter.
:16:22
Gedachten over de dood
bekropen me steeds vaker.
:16:33
Ik dacht maar
aan m'n eigen sterfelijkheid.
:16:38
Ik had 't gevoel
dat m'n werk nutteloos was.
:16:42
Wat probeer ik nou eigenlijk te creƫren?
:16:46
Waarom? Waartoe? Met welk doel?
:16:55
Wil ik dat m'n gedichten
na m'n dood nog gelezen worden?
:16:59
Compenseert dat iets of zo?