1:19:01
Waarom zitje nou te sturen ?
1:19:14
Wat nu ?
1:19:17
Springen !
1:19:51
Joan Wilder ! Niemand krijgt ons klein !
1:19:57
- Ik dacht dat je verdronken was.
- Dat was ik ook.
1:20:02
Gaat het ?
1:20:04
Ja hoor. Ik voel me geweldig. Fantastisch !
1:20:08
Maar jij bent daar...
1:20:11
- Je kunt niet oversteken.
- Je hebt dit expres gedaan.
1:20:14
Doe 's normaal !
We zijn net over een waterval gegaan.
1:20:18
Geef het toe ! Je hebt dit gepland.
Ik wist dat je niet te vertrouwen was.
1:20:27
Hoe heet dat hotel in Cartagena ?
1:20:29
Hotel Cartagena. Wat kan jou dat schelen ?
1:20:33
Ga de zonsondergang tegemoet
en je komt er.
1:20:37
- Ik zal er op je wachten.
- Dat zal wel.
1:20:39
Met El Corazón in je broekzak.
En m'n zus dan ?
1:20:44
Ze hoeven het niet te weten.
Je hebt de kaart toch.
1:20:47
En jij hebt de steen.
1:20:55
Ik zie je daar wel. Vertrouw me.
1:20:58
Wat ?