:06:02
- Ze is getikt.
- Wat?
:06:04
- Ze is niet goed snik.
- Nee, ze is aardig.
:06:07
- Wat doe je morgen?
- Geen idee. Niks, denk ik.
:06:10
Kom je naar ons strandfeest?
:06:13
- Tuurlijk, gaaf.
- Ik haal je morgen op.
:06:16
Dit is nummer 20.
:06:18
- O ja?
- Ik zet 't hier neer.
:06:20
- Bedankt voor de hulp.
- Graag gedaan.
:06:23
Leuk je te ontmoeten.
Ik zie je morgenochtend.
:06:29
Geen woord over het zwembad.
Ik bel morgen meteen.
:06:32
Heb je die ouwe dame gesproken?
:06:35
Ja, ze lijkt op tante Tessy.
:06:38
- Meer op oom Louie.
- We gaan het hier maken.
:06:42
Ik heb een positief gevoel.
Ik verzeker het je, Daniel.
:06:45
- Dit gaat lukken...
- De kraan is kapot.
:06:48
Er moet hier ergens een klusjesman zijn.
Probeer hem te vinden.
:06:53
Waar is dat voor?
:06:55
- Oom Louies hond.
- Hij is schattig.
:06:57
- Ik ben uitgenodigd voor een feest.
- Geweldig.
:07:00
- Ik moest toch helpen uitpakken?
- Heb ik dat gezegd?
:07:04
Dan was het zeker iemand anders.
:07:08
Bedankt, ma.
:07:12
Weet u waar de klusjesman is?
:07:17
Ga daar naar binnen, linksaf, niet te ver...
:07:20
...dan rechts,
en dan is het aan je linkerhand.
:07:23
Rechts en dan links?
:07:25
Nee, links, dan rechts en dan links.
:07:47
Hallo?
:07:55
- Bent u de klusjesman?
- Hai.
:07:58
We zijn de nieuwe bewoners
van nummer 20.