:31:13
Hoi.
:31:15
Hoi ma, kom binnen.
:31:18
- Je hebt je fiets gemaakt.
- Mr. Miyagi repareerde hem.
:31:23
Dank u wel.
:31:25
- Wat zijn we u schuldig?
- Niets.
:31:27
Ik deed het met plezier.
:31:29
Dat is erg aardig.
:31:33
Hoi, kampioen.
:31:36
- Wat doe je?
- Ik trim mijn babyboompje.
:31:41
Bonsai boom.
:31:43
Banzai boom.
:31:44
Bonsai.
:31:46
Bonsai.
:31:48
Ze zijn prachtig.
:31:49
Mr. Miyagi leerde het op Okinawa.
:31:52
Echt?
:31:53
Ze zijn zo delicaat.
:31:59
Voor mij?
:32:01
Dat kan ik niet aannemen.
:32:03
Alstublieft, u zou me kwetsen.
:32:06
Dat is erg aardig, dank u.
:32:09
- Graag gedaan.
- Ik weet al een goede plaats.
:32:12
Kom, het is al laat.
:32:13
- Ik kom over een halfuurtje.
- Nee, nu. Morgen is er school.
:32:18
- Bedankt voor alles.
- Geen dank.
:32:22
Vergeet je boom niet.
:32:25
School. Je moet oefenen.
:32:29
- Sayonara.
- Sayonara.
:32:31
Nogmaals bedankt. Tot ziens.
:32:37
Hij gaf me de mooiste. Hij is zo lief.
:32:40
Je zag mijn fiets, hij is geweldig.