:21:04
Dat zijn Charley en ik
in de Tweede Wereldoorlog.
:21:08
Ik heb Charley veertig jaar gekend.
:21:13
Hij leerde jou
in de Koreaanse oorlog kennen, hé?
:21:17
Ik was gewetensbezwaarde.
:21:22
Op dat punt verschilden we,
maar we werden toch hele goeie vrienden.
:21:28
We hebben altijd contact met elkaar gehouden.
:21:32
Ik woonde hier niet ver vandaan.
Toen m'n vrouw stierf, ging ik hierheen.
:21:37
En echt, toen was dit een hele goeie buurt.
:21:41
Ik kreeg een paar dagen geleden
een brief van Charley. Hij was erg bang.
:21:46
Ze mochten hem niet.
Daarom vermoordden ze hem.
:21:50
- Wie vermoordden hem?
- Dat geteisem hier.
:21:53
Ze konden hem wat. Hij gaf ze geen cent.
:21:55
Hij zei dat hij er wat aan ging doen.
:21:58
Je bedoelt, ze persten hem geld af?
:22:01
Afpersing, roof, diefstal, "je geld of je leven".
:22:06
Ze pakken de oude mensen hier.
Wat daar gebeurt, is een grof schandaal.
:22:12
Wacht eens even. Wie heeft Charley vermoord?
:22:15
Ik zal ze je aanwijzen.
:22:18
Die drie daar. Die zag ik
hier wegrennen toen hij vermoord was.
:22:23
- Ze hebben zich beschilderd.
- Ze zijn van dezelfde bende.
:22:28
Het is hier een hel. Dit is hun terrein, zeggen ze.
:22:33
Zie je hem daar?
:22:36
Wat is er met hem?
:22:38
Hij is de leider van de bende.
Hij is de ergste.
:22:43
Hij is weg geweest. Ik weet niet waarheen.
:22:49
Het lijkt of je hem zo
op z'n gezicht zou kunnen geven, hé?
:22:53
- Nou, dat kun je dus niet.
- Waarom niet?
:22:59
Hij heeft een lijfwacht.