:56:01
Ik kan vies eten koken.
:56:04
En jij jaagt de cliëntèle de stuipen op het lijf.
:56:25
Davidge.
:56:31
Ik zal je het geslacht Jeriba leren.
:56:35
Voor of na het ontbijt ?
:56:40
Dat is een grote eer.
:56:43
Het spijt me.
:56:46
In leven blijven is nu eer genoeg.
:56:50
oké.
:56:53
Ik zal jouw geslacht leren.
:56:56
We beginnen met je ouders.
:57:01
Wie waren dat ?
:57:06
M'n vader heet Carl.
:57:10
M'n moeder heet Dolores.
:57:16
En hun daden ?
:57:19
M'n vader werkt voor een bedrijf
dat computers maakt.
:57:25
En m'n moeder was vroeger serveerster.
:57:30
- Serveerster ?
- Ja, voor ze trouwde.
:57:35
En hun ouders ?
:57:39
We gingen bij opa op bezoek
toen ik nog klein was.
:57:42
Hij woonde op het platteland.
:57:46
Volgens mij was hij boer.
:57:50
En m'n oma kon gewoon goed koken.
:57:59
Dat is je afkomst.