:42:04
Vuile klootzak.
:42:19
Kom, schiet op.
:42:27
Stap in.
:42:31
Wat ben ik je schuldig ?
- U betaalt contant ? 12, 50.
:42:35
Wat is daar aan de hand ?
:43:00
In z'n vrije tijd vermoordt hij dus
mensen, maar wat voor werk doet hij ?
:43:05
Hij is advocaat.
- Voor wie ? Jack the Ripper ?
:43:09
Het is niet grappig.
:43:13
Ik breng je naar huis. Waar wonen
die vrienden van je ?
:43:16
Ze wonen op de kruising
van Elm en East Hill Street.
:43:21
Daar wonen je vrienden ?
- Nee, daar is dat feest.
:43:27
Ik breng je niet naar een feest.
- Feesten.
:43:32
Nadia, ik breng je naar huis.
- Naar Baton Rouge ?
:43:39
Naar het huis van je vrienden.
Waar wonen die ?
:43:43
Dan moeten we de snelweg op.
- Nee, dat doe ik niet meer.
:43:48
Anders weet ik de weg niet.
:43:53
Wat is hun adres precies ?
- Ik herken het huis wel.