1:10:01
Maar er zit ui in. Het is heerlijk.
1:10:04
Echt lekker bij steak, koteletten...
1:10:09
hamburger, cheeseburger,
wat voor vlees dan ook.
1:10:12
Het is...
1:10:14
Weet je, ik heb genoeg geld om...
1:10:17
- Luister.
-... zoveel van die aardappels te kopen...
1:10:20
- als je maar op zou krijgen.
- Hou je kop, oké ?
1:10:22
Denk er maar 's over, want het is...
1:10:27
Wacht even.
1:10:30
Bedankt.
1:10:34
Bedek dat.
1:10:39
Hallo. Mogen we meerijden
tot de volgende stad ?
1:10:42
- Spring maar achterin.
- Bedankt.
1:10:44
Geweldig. Zie je ? Voor elke schoft
zijn er zes aardige mensen.
1:10:48
- "Yahey", allemaal.
- Wat is dat ?
1:10:52
"Hallo." Ik kan "Hallo" zeggen
in heel veel verschillende talen.
1:10:55
Niet in die van jullie, maar in veel talen.
1:11:03
Welkom, meneer.
1:11:08
- Ik kijk hier niet echt naar uit.
- Ik wel dan ?
1:11:11
Ik snap het probleem niet.
Hij is 'n accountant.
1:11:15
We hebben pech gehad. Die Walsh is goed.
1:11:17
Dan moet ik 'm maar huren
om jullie te pakken.
1:11:20
Als dit maar geen nare gevolgen
heeft voor Jimmy.
1:11:22
Geen kans.
De helikopter was van Kansas City.
1:11:24
Dat is vijf staten ver.
Je hebt niks te vrezen.
1:11:27
Dat dacht je, eikel !
Die kerel is er nog steeds, of niet ?
1:11:30
Laat ik jullie iets zeggen.
1:11:32
Ik hoef jullie niet meer levend te zien...
1:11:34
totdat je de accountant hebt, duidelijk ?
1:11:53
Einde van de rit.
1:11:54
- Is dit 't ?
- Dit is 't.
1:11:56
Is er hier ergens 'n echte stad in de buurt ?
1:11:59
Channing.