Henry V
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:24:06
Laat ons toch genadig zijn.
-Dat kan, juist door te straffen.

:24:11
U toont pas genade door hem
na veel tucht het leven te schenken.

:24:16
Helaas, uw liefde en zorg voor mij
zijn sterke beden tegen de schelm.

:24:23
Als we een klein vergrijp
niet door de vingers zien...

:24:28
...hoe bedekken we dan ons oog
als hoogverraad zich voordoet?

:24:38
Laat hem toch maar vrij.
Al willen Cambridge, Scroop en Grey...

:24:43
...uit tedere zorg voor mijn persoon
hem liever straffen.

:24:52
Nu de Franse zaken.
:24:55
Wie verwacht een staatsvolmacht?
-lk. lk moest erom vragen.

:24:59
lk ook, majesteit.
-Hier is de uwe, Richard Cambridge.

:25:03
En de uwe, lord Scroop van Masham
en sir Grey van Northumberland.

:25:08
Lees ze en weet
dat ik u op waarde schat.

:25:17
Mylord Westmoreland,
we gaan vanavond aan boord.

:25:25
Wat nu, heren? Wat staat erin
waardoor u zo verbleekt?

:25:31
lk beken mijn schuld
en onderwerp me aan uw genade.

:25:36
Die genade is door uw eigen raad
verdrukt en uitgeroeid.

:25:41
Hoe durft u nog
over genade te praten?

:25:45
Uw woorden keren zich tegen u,
als honden die hun baas verscheuren.


vorige.
volgende.