:42:03
Laat uw ogen blikkeren
als kanonskogels.
:42:07
De wenkbrauw overwelve ze,
dreigend als een rots...
:42:12
...beknaagd door de oceaan. Klem
uw tanden saam, sper uw neusgat.
:42:18
Houdt de adem in, span
uw levenskracht tot brekens toe.
:42:23
Ruk op, Engelse edelen.
:42:31
Onteer uw moeders niet,
bewijs dat uw vaders u verwekten.
:42:35
Landvolk, in Engeland opgegroeid,
toon de kracht van uw weiden.
:42:40
Laat ons zweren dat u uw verzorging
waard bent. Dat weet ik.
:42:44
Want geen van u is zo laag dat zijn oog
niet straalt van edele gloed.
:42:50
U staat als jachthonden aan de lijn,
rukkend om los te komen.
:42:54
Het wild is op, volg uw moed
en roep bij 't bestormen:
:42:58
God zij met Hendrik,
Engeland en Sint Joris.
:43:19
Naar de bres, honden.
:43:24
Voorwaarts, lafaards.
:43:36
Kapitein Fluellen, kom naar de mijnen.
Gloucester wil u spreken.
:43:42
Zeg hem dat 't geen nut heeft.
:43:45
De mijnen zijn niet geschikt
voor een oorlog.
:43:48
Hij blaast ons allemaal nog op
als hij geen betere orders geeft.
:43:55
Gloucester, die het bevel voert,
volgt de instructies van een ler.