:46:00
Molly, ik weet dat je boven bent.
:46:03
Ik weet dat je me hoort.
Sam wil met je praten.
:46:06
Dit is geen grapje.
:46:09
Herinner je je die zeester
in Montego Bay?
:46:11
Hoe kan ik dat weten
als hij hier niet is?
:46:14
Ik weet dat je je naam
op dat groene ondergoed schreef.
:46:18
Wat een geweldig verhaal.
:46:21
Ik weet over die foto in Reno.
Hé, Molly.
:46:28
Vraag naar de trui in de kast
die ze breide en die te groot is.
:46:32
Hij vroeg me je te herinneren aan
de trui die jij breide en die te groot is.
:46:37
Wel vier maten.
:46:42
Hoor je me?
-Ik hoor je.
:46:44
Houd je bek.
-Weet je wat een telefoon is?
:46:47
Loop naar de maan.
:46:50
Ik blijf hier niet de hele dag.
-Gelukkig.
:46:52
Kop dicht.
:46:55
Molly, ik tel tot drie
en dan ben ik weg.
:46:59
Eén, twee, drie.
:47:01
Nee, wacht.
:47:04
Daar is Molly.
:47:16
Ik ben Oda Mae Brown.
:47:23
Ik ken jullie niet, maar
weet je wat hij me heeft geflikt?
:47:26
Hij heeft de hele nacht
'Ik ben Hendrik VIII' gezongen.
:47:30
Zo heeft hij me zover gekregen
dat ik met hem uitging.
:47:34
Luister, het spijt me.
:47:36
Ik geloof gewoon niet
in een leven na de dood.
:47:40
Zeg haar dat ze het mis heeft.
-Hij zegt dat je het mis hebt.
:47:43
Praat je op dit moment met hem?
:47:46
Hij vroeg me je te zeggen
dat je het mis hebt.
:47:50
Waar is hij dan?
-Ik kan hem niet zien, alleen horen.
:47:55
Ik ben hier.
-Alsof dat helpt, Sam.