1:20:02
Je maakt me bang.
1:20:07
Zei ik soms iets verkeerds ?
1:20:11
Ken je me zo slecht, dat je niet
weet wanneer ik iets aardigs zeg ?
1:20:16
Kan je aardige en nare dingen
niet uit elkaar houden ?
1:20:20
Is dat 't ?
1:20:23
Omdat we vreemden voor mekaar zijn ?
1:20:34
We zijn geen vreemden.
- Waar heb je 't over ?
1:20:38
Laten we gaan eten.
- Eet jij maar.
1:20:45
Eet jij maar.
1:20:56
Hou op.
1:21:07
Wacht nou. Waar ga je heen ?
1:21:15
Rustig maar, baby, rustig maar.
Hij is gewoon wat rusteloos.
1:21:21
Als je hem terugpakt, kan je
geen klacht tegen hem indienen.
1:21:26
Hij viel me van achteren aan.
- Luister naar me !
1:21:29
Laat me naar binnen !
- Nee, je gaat er niet in.
1:21:34
Verdomme, ik pak je op, hoor.
1:21:39
Krijg de klere.
- Pas op je taal.
1:21:42
We belden naar je huis,
Maria wist niet waar je was.
1:21:47
't Is Frank. Hij hield goed huis.
- Laat mij 't maar regelen.
1:21:56
Hou 'm daar, Jim.
1:21:59
Waar is ie ?
- Daar. Vastgeklonken aan de bar.