:00:18
De Indiaan wist dat hertenin kringetjes liepen.
:00:22
En als de jager slim was...
:00:25
zou hij het snelle hert te pakkenkunnen krijgen.
:00:30
Zijn hoeven zouden bloedden,en het dier struikelen.
:00:35
De Indiaan zou zich over zijnstervende prooi heen buigen...
:00:40
z'n mond naar die van 't hertbrengen en diens laatste adem stelen.
:00:47
Zo had hij de snelheidvan het dier verkregen.
:00:50
Hij werd getroffen door derust en vredigheid van de dood.
:00:55
En door die in zichzelf.
vorige.