1:17:03
Mr Gambini. Ga uw gang.
1:17:07
Dat is een harde.
1:17:13
Toen u de verdachten
1:17:15
van hun auto de winkel in zag lopen,
uit welke hoek zag u ze toen?
1:17:20
Ze liepen min of meer op me af
toen ze de winkel inliepen.
1:17:24
En toen ze weggingen,
uit welke hoek zag u ze toen?
1:17:27
Toen liepen ze van me af.
1:17:30
Zou u zeggen dat u ze beter hebt gezien
toen ze naar binnen liepen?
1:17:35
- Dat zou je kunnen zeggen.
- Maar zou u dat zeggen?
1:17:41
ls het mogelijk dat die twee jochies...
1:17:44
Twee wat?
1:17:48
Wat voor woord was dat?
1:17:51
- Welk woord?
- Twee wat?
1:17:53
- Wat?
- Zei u "jochies"?
1:17:56
- Twee jochies.
- Wat is dat?
1:17:59
Neemt u me niet kwalijk. Twee jongens.
1:18:10
ls het mogelijk dat de twee verdachten
1:18:12
de winkel binnengingen,
22 verschillende artikelen pakten,
1:18:17
de bediende het geld gaven,
wisselgeld terugkregen en toen weggingen?
1:18:22
En dat er toen twee andere mannen
aan kwamen rijden in 'n soortgelijke...
1:18:26
Schud niet van nee, ik ben niet nog
klaar. Anders begrijpt u 't niet.
1:18:30
Toen kwamen er twee anderen
in 'n soortgelijke auto,
1:18:33
die de bediende neerschoten
en met het geld ervandoor gingen?
1:18:37
Nee, ze hadden geen tijd genoeg.
1:18:40
- Hoe lang waren ze in de winkel?
- Vijf minuten.
1:18:43
- O ja? Hebt u op uw horloge gekeken?
- Nee.
1:18:46
Pardon, u hebt gezegd
dat de jongens de winkel inliepen,
1:18:51
en dat u net ging ontbijten.
1:18:54
U wilde net gaan eten toen u 'n schot hoorde.
1:18:56
U hebt vijf minuten nodig om
uw ontbijt te maken, dus dat wist u.