1:23:03
- Dat kan.
- Met hem ben ik ook klaar.
1:23:14
Mrs Riley, had u uw bril op
toen u de verdachten zag?
1:23:18
Ja zeker.
1:23:21
Hier zit ik.
1:23:25
Kunt u uw bril alstublieft opzetten?
1:23:33
- Hoe lang draagt u al een bril?
- Sinds mijn zesde.
1:23:38
- Zijn ze altijd zo sterk geweest?
- Ze zijn sterker geworden door de jaren.
1:23:43
Uw ogen zijn dus met de jaren
steeds slechter geworden.
1:23:47
Hoe vaak hebt u een sterkere bril gekregen?
1:23:51
Dat weet ik niet zo.
Misschien 10 keer in 60 jaar.
1:23:56
- Misschien hebt u 'n sterkere nodig.
- Nee, volgens mij gaat het nog wel.
1:24:02
Laten we 't even controleren,
voor de zekerheid.
1:24:10
Hoe ver stonden de verdachten van u
vandaan toen u ze de winkel in zag lopen?
1:24:16
Zo'n 30 meter.
1:24:19
Houdt u dit even vast?
1:24:24
Neem me niet kwalijk.
1:24:31
Dit is 15 meter. Half zo ver.
1:24:37
Hoeveel vingers hou ik omhoog?
1:24:41
Noteer dat de raadsman
twee vingers omhoog houdt.
1:24:45
Edelachtbare, toe nou.
1:24:51
Nu, Mrs Riley, en alleen u,
1:24:57
hoeveel vingers hou ik nu omhoog?