1:22:01
- Bomen?
- Ja, precies.
1:22:03
Aarzel niet, geef maar 'n gil als u het weet.
1:22:05
En wat zijn die duizenden kleine dingen
die aan de bomen hangen?
1:22:12
Bladeren.
1:22:16
En die struikgewassen tussen de bomen?
1:22:19
Struiken.
1:22:23
U weet zeker dat u de verdachten herkent
omdat u ze twee seconden lang
1:22:29
door dit vuile raam, en dit vieze scherm,
1:22:35
en die bomen met al die bladeren
en God weet hoeveel struiken hebt gezien.
1:22:46
- Het zijn er vijf.
- U vergeet deze twee.
1:22:50
- Zeven struiken.
- Juist. Wat denkt u?
1:22:54
ls 't mogelijk dat u twee mannen
in 'n groene auto met open dak zag,
1:22:57
zonder dat 't per se
deze twee jongens waren?
1:23:03
- Dat kan.
- Met hem ben ik ook klaar.
1:23:14
Mrs Riley, had u uw bril op
toen u de verdachten zag?
1:23:18
Ja zeker.
1:23:21
Hier zit ik.
1:23:25
Kunt u uw bril alstublieft opzetten?
1:23:33
- Hoe lang draagt u al een bril?
- Sinds mijn zesde.
1:23:38
- Zijn ze altijd zo sterk geweest?
- Ze zijn sterker geworden door de jaren.
1:23:43
Uw ogen zijn dus met de jaren
steeds slechter geworden.
1:23:47
Hoe vaak hebt u een sterkere bril gekregen?
1:23:51
Dat weet ik niet zo.
Misschien 10 keer in 60 jaar.
1:23:56
- Misschien hebt u 'n sterkere nodig.
- Nee, volgens mij gaat het nog wel.