:10:02
Het stelde niet veel voor.
Ik pakte z'n been. Hij wilde weg.
:10:08
Toen greep ie Karen in de keuken
en ging ie naar de achterdeur.
:10:12
Die smeerlap zette 'n mes op haar keel.
:10:15
Is alles goed ?
:10:17
Hebt u geen dokter nodig ?
Zeker weten ?
:10:28
- Je bent geen goeie waakkat, hé ?
- Waardeloos.
:10:32
Hij valt zeker op agenten.
:10:39
Morgen komt er iemand
voor vingerafdrukken.
:10:42
Probeert u nergens aan te komen.
:10:45
Er is al vaker ingebroken
in deze buurt. 't Is vast dezelfde.
:10:48
- In deze straat ?
- In de buurt.
:10:50
- Maar we krijgen 'm wel.
- Daar zou ik wel bij willen zijn.
:10:54
- Wil er iemand koffie ?
- Koffie sla ik nooit af.
:10:58
Pas op dat glas.
:11:05
Als ie het vaker doet,
is er dan kans dat ie terugkomt ?
:11:09
Men zei dat 't hier veilig was.
:11:11
Goed beschouwd
is dit een veilige buurt.
:11:15
En hij is geschrokken,
dus die komt niet meer terug.
:11:18
Maakt niet uit,
ik schaf me een wapen aan.
:11:21
- Ik koop 'n wapen.
- Geen wapens in huis.
:11:24
- Misschien luistert ze naar jullie.
- Koop geen wapen.
:11:27
- Makkelijk gezegd. U hebt er een.
- Ik kan ermee omgaan.
:11:31
- Ik heb wel 's geschoten.
- Maar niet op mensen.
:11:34
Neem 'n alarmsysteem of 'n hond,
maar haal geen wapens in huis.
:11:38
Het zijn altijd de verkeerden
die geraakt worden.
:11:46
Aardige mensen.
:11:49
Ik weet wat jij denkt.
:11:51
Wat denk ik dan ?