:25:07
Ik moet thuiskomen om haar
een cadeautje te brengen.
:25:14
Je weet dat je niet kunt komen.
:25:28
Dat is hem.
:25:32
- Hoe is het met Adele?
- Dit is je thuis niet meer.
:25:42
- Hoe is het met haar?
- Ze redt het prima zonder jou.
:25:49
- Stap uit, Angie.
- Het is klaarlichte dag.
:25:52
- Dit is het niet waard.
- Stap uit, verdomme.
:25:56
Uitstappen.
:26:00
- En jij?
- Niet doen.
:26:04
- Ik bel de politie.
- Rijden.
:26:09
Ik kom naar huis, Beth.
:26:13
Ik kom naar huis.
:26:28
Heb je hem geraakt?