Falling Down
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:18:00
Pillen? Waar zijn die?
1:18:03
Karretje.
1:18:07
Bel een ambulance.
Frank heeft een hartaanval.

1:18:11
Dan heb je pech.
Je karretje verdrinkt.

1:18:15
- Heb je er nou geen spijt van?
- Mijn golfbaan.

1:18:21
En nu sterf je met dat lullige
petje op. Hoe voelt dat nou?

1:18:29
- Dit is z'n kamer.
- U bent erg netjes.

1:18:35
Hij houdt z'n eigen kamer schoon.
1:18:38
U liegt toch niet?
1:18:40
Als hij thuis was, zou ik niet
naar binnen durven.

1:18:45
- Wat doet hij?
- Hetzelfde als altijd.

1:18:48
Hij bouwt dingen om ons tegen
de communisten te beschermen.

1:18:53
- Hij werkt voor Notec.
- De fabriek van Defensie.

1:18:59
Kijk eens of je hem daar kunt bereiken.
1:19:06
Wat is er met uw zoon?
1:19:11
- Hoe bedoelt u?
- Dat weet u heel goed.

1:19:18
Soms zegt hij geen woord tijdens
het eten.

1:19:25
Hij stopt alleen eten in z'n mond.
Ik word er nerveus van.

1:19:31
Dan kan ik niet slikken.
Ik zit met die hap in m'n mond. . .

1:19:37
. . .en spuug hem uit. Hij kijkt
alsof hij me wil vermoorden.

1:19:45
- Niet vertellen dat ik dat zei.
- Dat beloof ik.

1:19:50
Ik probeer hem niet tot last te zijn.
1:19:54
Hoe kunt u hem nou tot last zijn?
1:19:59
- Als William, of Bill. . .
- Hij zegt Bill. En ik ook.


vorige.
volgende.