1:19:06
Wat is er met uw zoon?
1:19:11
- Hoe bedoelt u?
- Dat weet u heel goed.
1:19:18
Soms zegt hij geen woord tijdens
het eten.
1:19:25
Hij stopt alleen eten in z'n mond.
Ik word er nerveus van.
1:19:31
Dan kan ik niet slikken.
Ik zit met die hap in m'n mond. . .
1:19:37
. . .en spuug hem uit. Hij kijkt
alsof hij me wil vermoorden.
1:19:45
- Niet vertellen dat ik dat zei.
- Dat beloof ik.
1:19:50
Ik probeer hem niet tot last te zijn.
1:19:54
Hoe kunt u hem nou tot last zijn?
1:19:59
- Als William, of Bill. . .
- Hij zegt Bill. En ik ook.
1:20:04
Als Bill "thuis" zegt, bedoelt ie
dan bij z'n vrouw thuis?
1:20:09
Ex-vrouw. We mogen hier niet
komen.
1:20:13
Z'n ex-vrouw.
Wat is haar meisjesnaam?
1:20:17
- Travino. Ze was half ltaliaans.
- Waar is ze nu?
1:20:21
Geen idee.
1:20:23
Weet u niet waar uw kleinkind woont?
1:20:28
Dat wil hij niet.
Hij geeft mij de schuld.
1:20:35
En hoe zit het?
1:20:38
Hij is meer dan een maand
geleden ontslagen.
1:20:48
Waar gaat hij dan elke dag naartoe?
1:20:51
Waar eet hij z'n lunch?