:32:00
Ja, ik weet waar het is. Tot zo.
:32:03
M'n vrouw... Ik moet even iets doen.
Die cheeseburger komt nog wel eens.
:32:09
Ik ben niet anders gewend.
:32:13
Z'n huis binnen geslopen? Ben je gek?
- Doe niet zo pietluttig.
:32:17
Pietluttig? Dit kan je toch niet doen.
Huisvredebreuk. Inbraak.
:32:23
Wat bezielt je? Hou wat gekte over
voor je menopauze.
:32:28
Het was een fluitje van een cent.
Ik had de sleutel.
:32:32
Je komt nog in de gevangenis.
:32:34
Je kan niet zomaar een sleutel stelen
en ergens naar binnen gaan.
:32:39
Hij gaat niet snorkelen.
:32:41
Stil. Maak me niet medeplichtig.
- Hij gaat naar Parijs met Helen Moss.
:32:46
Zeg maar tegen Ted.
- Dat heb ik gedaan.
:32:49
Vòòr je het mij vertelde?
- Hij is ruimdenkender.
:32:53
Ik weet het. Ik ben een zeur.
Ik houd me aan de wet.
:32:58
Hij heeft de urn ook gedumpt.
Hij had die vrouw aan de telefoon.
:33:03
Hoe weet je dat?
- Hij kwam terug terwijl ik er nog was.
:33:07
Ik heb me onder het bed verstopt.
Hij heeft me niet gezien.
:33:13
Ik geloof het niet.
M'n maag krimpt ineen.
:33:17
Hij deed o zo lief tegen die snol.
:33:20
Hij zei van die dingen als: Het komt
goed. We zijn gauw weer samen.
:33:25
Stel dat hij je had ontdekt.
- Zo ver dacht ik niet vooruit.
:33:29
Ver vooruit? Dat had
in twee seconden kunnen gebeuren.
:33:33
Toen belde hij weer. Waarschijnlijk
naar die Helen Moss.
:33:40
Maar ze was er niet,
dus hij liet een boodschap achter.
:33:45
Hij zei: 'Zeg dat Tom heeft gebeld.'
Hoor je wat ik zeg? 'Tom'.
:33:50
Ik kan je volgen. Hij heet Paul.
Maar ik wil het niet horen.
:33:55
Ik heb het goed gedaan.
Dat vond Ted ook.
:33:58
Een beroeps had 't niet beter gedaan.
Ik heb alles teruggelegd waar het lag.