:37:09
- Ziet u waar Benedick zich verstopt?
- Heel goed, mijn vorst.
:37:19
Kom, Balthasar.
Zing ons dat lied nog eens.
:37:29
Nu, goddelijk lied.
:37:32
Nu is zijn ziel opgetogen.
:37:35
Is het niet vreemd dat schapendarmen
de mens de ziel uit het lijf halen?
:37:43
zucht niet zo meisjes, zucht geen wee
:37:49
de man houdt nooit zijn woord
:37:53
één voet aan land
:37:57
en één in zee
:37:59
nooit vast door één bekoord
:38:04
dus, weg die traan, laat ze toch staan
:38:09
wees vrolijk nu en blij
:38:15
laat zucht en klagen overgaan
:38:22
in heisa-ho-joechei
:38:29
zing nu geen wijsjes, zing niet meer
:38:35
van droefheid neergeslagen
:38:40
de man bedriegt u altijd weer
:38:45
zoals takken blaren dragen
:38:50
dus, weg die traan, laat ze toch staan
:38:56
wees vrolijk nu en blij