:41:02
Dan valt ze op haar knieën,
:41:05
huilt, snikt, slaat op haar borst,
:41:08
trekt aan haar haren, vloekt:
O, lieve Benedick.
:41:13
God geve mij berusting.
:41:16
Ja, zo doet ze, zegt mijn dochter.
:41:19
Mijn dochter is soms bang
voor een wanhoopsdaad.
:41:26
Ja, heus.
:41:27
- Benedick zou dit moeten weten.
- Waarom eigenlijk?
:41:31
- Hij zou het arme kind nog meer pesten.
- Ik heb met haar te doen.
:41:34
Spreek er Benedick over aan,
en hoor wat hij te zeggen heeft.
:41:38
Doen we daar goed aan?
:41:40
Hero is ervan overtuigd dat ze dood
zal gaan als hij niet van haar houdt.
:41:44
En ook eer ze haar liefde bekendmaakt,
en ook eer hij haar het hof maakt.
:41:50
Als zij hem haar liefde aanbiedt,
lacht hij haar zeer wel mogelijk uit.
:41:55
Want de man kijkt graag
op anderen neer.
:42:13
Ik mag Benedick graag,
:42:16
en ik zou willen,
dat hij eens bij zich te rade gaat
:42:20
hoe weinig hij zo'n goed meisje verdient.
:42:24
Mijn vorst, gaat u mee?
Het middagmaal staat klaar.
:42:31
Als hij nú niet dol op haar is, ga ik
nooit meer op m'n verwachting af.
:42:35
We spannen eenzelfde net voor haar.
:42:37
Daar moeten Hero
en haar kamermeisje voor zorgen.
:42:40
We sturen Beatrice om hem
voor het middagmaal te roepen.
:42:51
Dit kan geen grap zijn.
:42:54
Dat gesprek was te ernstig van toon.
:42:57
Ze weten dat het waar is van Hero.