1:14:13
Despecteer jij mijn ambt niet?
1:14:15
Despecteer jij mijn leeftijd niet?
1:14:18
O, was hij nog maar hier om
op te schrijven dat ik een ezel ben.
1:14:22
Mannen, onthoud dat ik een ezel ben.
1:14:26
Al is het niet vastgelegd,
vergeet niet dat ik een ezel ben.
1:14:39
Als u zo doorgaat,
brengt u zich nog om.
1:14:42
Breng mij een vader
die zijn kind zo liefhad,
1:14:45
wiens vreugde om haar
zo is verdrongen,
1:14:48
en laat hem spreken van geduld.
1:14:50
Maar zo'n man is er niet,
1:14:52
want de mens kan raad geven en
troosten om leed dat hij niet voelt,
1:14:57
maar treft dat leed hemzelf,
dan wordt zijn raad tot geschreeuw.
1:15:01
Hou nu maar op.
Vlees wil ik zijn, en bloed.
1:15:04
Er is nog nooit een filosoof geweest
die kiespijn rustig verdragen kon.
1:15:09
Maar stapel alle smart niet op uzelf.
Laat wie u krenken delen in het leed.
1:15:14
Daar spreek je wijs.
Ja, dat zal ik nu doen.
1:15:17
Mijn hart zegt mij dat men Hero
belastert, en dat zal Claudio weten.
1:15:21
En de vorst, en ieder
die haar zo haar eer ontrooft.
1:15:24
Daar komt de vorst
met Claudio haastig aan.
1:15:28
- Goedendag.
- Heren, een woord...
1:15:30
- We hebben haast.
- Haast? Dan tot ziens, mijn heer.
1:15:35
- Nu wel? Het maakt ook niets uit.
- Geen ruzie met ons zoeken, oude man.
1:15:39
Als hij zijn recht kon bevechten,
lag een van ons ontzield.
1:15:42
- Wie krenkt hem dan?
- Jij krenkt mij, huichelaar. Ja, jij.
1:15:45
Leg je hand maar niet op je zwaard.
Ik vrees jou niet.
1:15:48
Verdor, mijn hand, als die uw ouderdom
zo'n schrik aanjaagt.
1:15:52
- Hij bedoelde niets bij mijn zwaard.
- Hou je mond. Je moet mij niet jennen.
1:15:57
Ik praat niet als dazige of dwaas.
Je loog over mijn onschuldig kind.