1:27:02
wier leven
1:27:07
in schande stierf.
1:27:19
vergeef, godinne van de nacht
1:27:25
wie uw maagd heeft omgebracht
1:27:31
klagend, zingend rond haar graf
1:27:36
smeken zij vergeving af
1:27:43
middernacht, sta ons bij
1:27:49
help ons gezucht, geschrei
1:27:55
weemoedvol, deemoedvol
1:27:59
weemoedvol
1:28:13
de god der min
1:28:17
daar bovenin
1:28:24
die kent mij
1:28:26
en kent mij
1:28:30
hoe zwak, hoe zwak ik ben...
1:28:36
Ik bedoel, in het zingen.
Maar in de liefde...
1:28:40
Leander, die goede zwemmer, Troilus,
die als eerste koppelaars liet werken.
1:28:45
En een heel boekwerk
vol hofjonkers van vroeger,
1:28:48
wier namen nog zo vlot rollen over
de gladde baan van het blanke vers.
1:28:52
Nu, die waren nooit
zo tot over hun oren verliefd
1:28:56
als arme ik.