1:19:01
Je hebt toch niet...
1:19:21
- Wie was ze ?
- Weet ik niet.
1:19:24
Weet je niet ?
1:19:25
Ik weet d'r naam niet eens.
1:19:31
't Had niets te betekenen.
1:19:33
't Betekent heel veel.
1:19:36
Wat heb je gedaan ?
1:19:37
Waarom neuk je 'n vreemde zodra je
1:19:41
één nacht weg bent ? Wie doet zoiets ?
1:19:44
- Ik beloof je....
- Wat ?
1:19:48
Je kunt niets meer beloven.
1:19:50
Nooit meer. Nu niet meer.
1:19:54
Waarom vertel je 't ?
1:19:57
Ik kon er niet tegen.
1:20:00
Ik kon er niet tegen
1:20:03
dat jij 't niet wist.
1:20:12
Nu weet ik 't.
1:20:20
De sleutels.
1:20:23
- Wacht.
- Geef op.
1:20:36
Zijn er meer dan twee broers Grimm ?
1:20:39
Ga zitten, Avery.
1:20:41
Anthony en Joey komen volgende
week.
1:20:44
- Waarvoor ?
- Je protégé heeft 'n broer.
1:20:47
En ?
1:20:49
Dat heeft hij verzwegen.
1:20:51
Ik heb ook zo'n broer die...
1:20:54
- Zijn broer zit vast.
- Hoe weet je dat ?
1:20:58
Ik ben geen nachtwaker.