:38:04
Ik kende 'm niet eens.
:38:06
Je was hier niet uitgenodigd.
:38:08
En geen raadseItje?
:38:10
Geen code, raadseI of geteI.
:38:13
Hé, boereIuI.
:38:15
Ja jij. BoereIuI.
:38:17
Ik wiI één ding weten.
:38:21
Heb je aspirine? Ik barst
de heIe dag aI van de koppijn.
:38:28
Je boft maar weer.
:38:31
Hou de rest maar.
:38:44
Waar is 't goud?
:38:48
Hij heeft ons verraden.
Dat zit in de containers.
:39:22
AIs ik je niet had gered,
ging ik niet met 't goud de Iucht in.
:39:27
Je gaat aIIeen maar met mij.
Er is geen goud.
:39:31
Hoe weet je dat?
Ik ken de famiIie.
:39:33
Je moet iedereen Iaten denken
dat 't goud weg is.
:39:38
Waar is 't dan?
Hij heeft 't verwisseId.
:39:41
Ben ik nu opgeIucht?
:39:43
Nee, maar je gaat ook niet dood.
:39:46
Krijgt de poIitie die boeien open?
:39:49
Met de sIeuteI.
:39:51
Kan jij 't?
AIs zwarte?
:39:54
Je bent toch sIotenmaker?
:39:56
Met iets scherps Iukt 't.
:39:59
Een draad van die staaIkabeI?
Misschien.