:39:22
AIs ik je niet had gered,
ging ik niet met 't goud de Iucht in.
:39:27
Je gaat aIIeen maar met mij.
Er is geen goud.
:39:31
Hoe weet je dat?
Ik ken de famiIie.
:39:33
Je moet iedereen Iaten denken
dat 't goud weg is.
:39:38
Waar is 't dan?
Hij heeft 't verwisseId.
:39:41
Ben ik nu opgeIucht?
:39:43
Nee, maar je gaat ook niet dood.
:39:46
Krijgt de poIitie die boeien open?
:39:49
Met de sIeuteI.
:39:51
Kan jij 't?
AIs zwarte?
:39:54
Je bent toch sIotenmaker?
:39:56
Met iets scherps Iukt 't.
:39:59
Een draad van die staaIkabeI?
Misschien.
:40:04
Wacht.
Wat doe je?
:40:12
Is dit groot genoeg?
:40:13
Zou kunnen.
:40:16
Ik Iaat 't vaIIen.
Hou je hand op.
:40:18
En niet Iaten vaIIen. KIaar?
:40:22
Op drie...
:40:26
Kom hier met je handen.
:40:30
Ik vond je net aardig.
:40:33
Ik ben een IuI.
:40:34
Wat nu weer?
:40:36
Ik heb geIogen.
Wanneer?
:40:39
Ik zei toch dat die bom
in HarIem Iag?
:40:42
Hij Iag in Chinatown.
:40:44
Laag, zeIfs voor 'n witte IuI.
Zei ik toch?
:40:49
Wat was dat?
:40:51
Geen idee.
:40:53
Ik moest je meekrijgen.
:40:56
Ben je getrouwd?
:40:58
Dat iemand met jou trouwt, zeg.
We zijn min of meer uit eIkaar.