:22:03
En nu, mesdames et messieurs...
:22:05
...gaan we kijken of u een soufflé
kunt maken.
:22:10
De soufflé, die gaat van hupsakee.
:22:15
Als twee vlinders die een walsje
dansen in een zomerbries.
:22:23
Goed, jullie hebben
nog vijf seconden.
:22:27
Nog vier, nog drie, nog twee.
:22:31
Nog één seconde. Naar de ovens.
:22:46
Te plat.
:22:48
Te flets.
:22:51
Te zwaar.
:22:53
Te plat.
:22:55
Te hoog, je overdrijft.
:22:58
Niet slecht. Matig.
:23:02
Slordig.
:23:05
Perfect. U weet nog steeds
hoe het moet, baron.
:23:12
Veel te plat.
:23:17
Ik snap niet hoe het komt.
- Je had de oven uit staan.
:23:24
Ik zie het wel. Je denkt niet
aan koken, maar aan iets anders.
:23:30
Je bent verliefd en daar blijft het
niet bij. Het is niet wederzijds.
:23:36
Is dat te zien?
- Reken maar.
:23:39
Als je verliefd bent,
verbrandt de soufflé.
:23:43
Als het niet wederzijds is,
vergeet je de oven aan te zetten.
:23:48
Klopt het?
- Ja, maar ik beloof beterschap.
:23:53
Waarom? Je doet alsof de liefde
een keelontsteking is.
:23:59
Hij kent me niet eens.