1:32:02
Zeg dat ik het me
allemaal verbeeld.
1:32:07
Dat je me helemaal niet
mee wou nemen naar Parijs.
1:32:12
Stuur me weg
voor ik mezelf voor gek zet.
1:32:19
Stuur me niet weg.
Dat zou ik niet aankunnen.
1:32:24
We zien elkaar hierna nooit meer.
1:32:29
Ik zal me gedragen.
- Mooi. Ga je nu koken?
1:32:34
Ik heb vandaag niet geluncht
en ook niet ontbeten.
1:32:39
Dan gebeuren die dingen.
1:32:42
Wil je een soufflé toe?
- Van tomatensap?
1:32:46
Van crackers.
- Niet al te klef.
1:32:50
Ik zou de keuken maar uitgaan.
1:33:19
Waar ligt de Liberté?
1:33:22
Rechts.
- Weet je het zeker?
1:33:25
Straks stap je in de verkeerde.
1:33:28
Je bent m'n wijze raad
toch niet vergeten?
1:33:32
Geen paraplu in Parijs en in
ieder geval regen op de eerste dag.
1:33:38
Ik weet het nog allemaal.
1:33:40
M'n zus heeft een geel potlood.
Ma soeur a un crayon jaune.
1:33:45
Heel goed.
Très bien.
1:33:48
Kijk. Eén, twee, drie en breken.
1:33:53
Het zit hem in de pols.