While You Were Sleeping
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:11:06
Neem me niet kwalijk, maar ik moet
u een paar vragen stellen.

:11:09
Mag ik even ?
- Natuurlijk. Ik ben daar.

:11:12
Ik ben Dr. Rubin.
- Ik ben Lucy.

:11:16
Waar is hij in vredesnaam ?
- Hij ziet zo bleek.

:11:20
Wat is dit ?
- Dit is mijn zoon.

:11:23
U mag hier niet zomaar binnen.
- Het komt toch wel goed ?

:11:27
Wat is er aan de hand ?
- Hij is in coma.

:11:29
Op eerste kerstdag
:11:31
De vitale tekenen zijn goed.
Z'n hersenfuncties ook.

:11:35
Hij redt het wel.
- Bent u de specialist ?

:11:38
Hoe is het gebeurd ?
- Hij is van het perron geduwd.

:11:44
Wie is dat ?
- Z'n verloofde.

:11:47
Z'n verloofde ?
- Is Peter verloofd dan ?

:11:51
Ik dacht dat...
- U snapt het niet.

:11:54
Hij had het moeten zeggen.
- Te druk ?

:11:56
Om dat te vertellen ?
- Niet schreeuwen.

:11:59
Niet schreeuwen.
- Ik schreeuw niet. Was Jack hier maar.

:12:03
Oma ?
- Is alles goed met 'r ?

:12:05
Hartkwaaltje.
Ze heeft al drie aanvallen gehad.

:12:08
Het was mee reen hartritmestoornis.
:12:12
Haar oren zijn goed.
- Dokter, wat doet zij hier ?

:12:16
Ze heeft hem het leven gered.
- Heb jij hem gered ?

:12:21
Ja, maar...
- Hij is toch van een perron geduwd ?

:12:25
Ze is op de rails gesprongen.
- Op de rails gesprongen ?

:12:29
Hier mag alleen familie komen.
:12:32
Ze is familie.
- Ze is zijn verloofde, idioot.

:12:35
Het spijt me. -We zien hem
zelden, dus we wisten het niet.

:12:42
Ik hoopte zo dat hij
een lief meisje zou vinden.

:12:45
Ik ben zo blij
dat hij jou heeft gevonden.


vorige.
volgende.