1:11:02
Op dat moment heb je
een vredig leven.
1:11:07
Pap, dit is niet zo'n moment.
1:11:13
Wat bedoel jen ?
1:11:19
Herinner je je die schommelstoel
die ik voor oma heb gemaakt ?
1:11:21
Hij is zo mooi dat je oma
er nooit in gaat zitten.
1:11:25
Twee maanden geleden
heb ik er drie verkocht.
1:11:29
Ik heb twee eettafels verkocht
en er zijn er zes besteld.
1:11:32
Een leuke bijverdienste.
- Nee, het is serieus zakendoen.
1:11:41
Wacht eens even,
wil je mijn zaak niet meer ?
1:11:49
Nee, die wil ik niet.
1:11:57
Hoe lang heb je dit gevoel al ?
- Al heel lang.
1:12:01
Waarom heb je dan niets gezegd ?
1:12:05
Ik had het met winst
aan ome Eddy kunnen verkopen.
1:12:09
Ik had met je moeder
een cruise kunnen maken.
1:12:13
Ben je niet kwaad op me ?
- Ben je gek ?
1:12:17
Je bent gek, je wilt
schommelstoelen maken.
1:12:22
Is Mrs. Fletcher eindelijk overleden ?
1:12:26
Haar eetkamermeublement
is al 40.000 dollar waard.
1:12:28
De McMurphy's stonden al op de stoep.
1:12:33
Ze zijn te opdringerig.
- Erg opdringerig.
1:12:35
We bellen ze volgende week.
- Jij doet dat.
1:12:39
Inderdaad, ik ga ze bellen.
1:12:42
Krijg ik een donut ?
- Sorry.
1:12:45
22, 10, 40:het slot van m'n kastje
op de middelbare school.
1:12:49
Geboortedatum 11 maart 1959.
- Je moet Lucy kennen.
1:12:52
Sofinummer:144-60-6894.
1:12:56
Je houdt van haar,
maar je weet het niet meer.
1:12:59
Ik stond 3.73 op de universiteit.