1:00:02
Hoe vindt u 't ?
- Enig. En ik krijg er trek van.
1:00:06
Hiermee krijg ik ze
m'n hele leven gratis.
1:00:10
Geweldig.
- En weet je wat ook geweldig is ?
1:00:13
Door dat spotje staan we op 275.000
dollar. We gaan je huis redden.
1:00:28
Wat krijgen we nou ?
1:00:35
Wat is hier aan de hand ?
- We gaan je oma's huis veilen.
1:00:40
We konden 't terugkopen, zei je.
- Dat klopt.
1:00:45
We beginnen bij 100.000 dollar.
1:00:48
Dit is reuze spannend. Veel plezier.
1:00:52
Wat 'n mensen.
Wat is dit, Happy ?
1:00:58
Ze veilen 't huis.
- Dan krijgen we 't goedkoper.
1:01:02
250. Dank u.
1:01:05
Misschien ook niet. 275.
- 275 en 300.
1:01:09
350 hier vooraan. Iemand 375 ?
1:01:14
Verkocht voor 350.000
aan die heer in de witte trui.
1:01:18
Wat is er gebeurd ?
- Wacht in de auto, oma.
1:01:25
Wat is er met jou ?
- Ik speculeer graag met huizen.
1:01:31
Pas op of ik zet 't huis
in brand en pis op 't as.
1:01:35
Waarvoor wil je het ?
- Ik wil jou uit de Tour.
1:01:40
Stop ermee en 't huis is van jou.
- Prima.
1:01:44
O, nee. Kom even mee.
- Hij heeft gelijk.
1:01:48
Ik ben 'n hockeyer.
- En bij welk team speel je dan ?
1:01:53
Je bent 'n golfer, Happy.
1:01:56
Ik deed 't voor oma's huis.
En 't is mislukt.