1:30:04
Daar is de dokter.
1:30:10
Ik moet naar mijn kamer.
Mijn kamer.
1:30:17
Welterusten lekkere Lucy.
1:30:35
Kan ik binnen komen?
- Kom binnen, dokter.
1:30:38
Waar kan ik dit neerleggen?
1:30:40
Het is jouw schuld niet.
Dit groeit maar aan.
1:30:45
Gek, je zoekt niet eens, en daar is
ie dan. Roger.
1:30:50
Roger Woodwood.
- Dat is een winnaar. Een winnaar.
1:30:55
Je had al een sigaret.
- Hij staat aan de top.
1:31:00
Een is meer dan genoeg.
- Je hebt prachtig gespeeld.
1:31:04
Vond je? Was het goed?
1:31:08
Componeer je ook?
1:31:09
Dat is Rach drie.
1:31:12
Het begint als een brief.
- Lijkt me wel, ja.
1:31:15
Professor Cecil, Royal College.
- 't Blijft een raadsel.
1:31:20
Wat?
1:31:21
Hij had maar 1 arm. Door een beroerte.
Dat arme poesje.
1:31:26
Pootje kapot. Hij kon er niks mee
doen. Zielig. Poesje was beschadigd.
1:31:33
Gewoon pech. Ik beschadig jou toch niet?
1:31:36
Welnee, helemaal niet.
1:31:39
Wat is er, David?
1:31:42
Het begon, ik weet het niet meer.
1:31:45
Het is allemaal zo lang geleden.
Zo ging het. Het onzegbare.
1:31:51
Het onzegbare zeggen.
- Waarom zeg je mij niet wat je wil zeggen?
1:31:54
Wat wil ik niet zeggen? Lastig.
1:31:57
Kijk hier staat: Beste.