:46:02
Ik wilde dit weekend
30 boekverslagen lezen.
:46:05
Maar er zijn er maar zes.
Hoeveel ontbreken er dus nog ?
:46:10
Dit is Engels, hoor.
Wiskunde is verderop.
:46:17
Ik wil jullie helpen. Dat geloof je
misschien niet, maar het is waar.
:46:29
- Heb je even ?
- Heb ik iets misdaan ?
:46:32
Nee, je boekverslag was uitstekend.
:46:37
Je leek 't leuk te vinden,
De Graaf. van Monte Cristo.
:46:40
Altijd al. Nu ik hier zit,
vind ik het nog beter.
:46:44
Waarom ?
:46:46
Hij liet zich
door niemand verslaan, de Graaf.
:46:50
Hij onderging alles, slaag,
beledigingen, en daar leerde hij van.
:46:57
En toen het tijd was om in actie
te komen, greep hij z'n kans.
:47:02
- Vind je dat goed ?
- Daar heb ik ontzag voor.
:47:06
Heb je thuis een exemplaar ?
:47:09
- Ik heb het in stripvorm.
- Dat is niet hetzelfde.
:47:13
Ik moet gaan, ze gaan zo tellen.
:47:16
Wacht even, ik heb wat voor je.
:47:20
- Die wil je vast wel hebben.
- Meent u dat ?
:47:23
Je bent er zo dol op dat je
een eigen exemplaar moet hebben.
:47:27
- Ik kan u niet betalen.
- Het is een cadeau.
:47:30
- Je krijgt toch wel eens cadeaus ?
- Niet recentelijk.
:47:34
Zie het maar als een bedankje.
:47:36
- Waarvoor ?
- Dat er iemand luistert.
:47:39
- Al is het maar een leerling.
- U bent een goed onderwijzer.
:47:43
We kunnen het behandelen,
als je denkt dat ze het wat vinden.
:47:47
- Vast wel.
- Welk stuk kan ik 't beste voorlezen ?
:47:51
Dat is makkelijk.
Als hij ontsnapt uit de gevangenis.