:47:02
- Vind je dat goed ?
- Daar heb ik ontzag voor.
:47:06
Heb je thuis een exemplaar ?
:47:09
- Ik heb het in stripvorm.
- Dat is niet hetzelfde.
:47:13
Ik moet gaan, ze gaan zo tellen.
:47:16
Wacht even, ik heb wat voor je.
:47:20
- Die wil je vast wel hebben.
- Meent u dat ?
:47:23
Je bent er zo dol op dat je
een eigen exemplaar moet hebben.
:47:27
- Ik kan u niet betalen.
- Het is een cadeau.
:47:30
- Je krijgt toch wel eens cadeaus ?
- Niet recentelijk.
:47:34
Zie het maar als een bedankje.
:47:36
- Waarvoor ?
- Dat er iemand luistert.
:47:39
- Al is het maar een leerling.
- U bent een goed onderwijzer.
:47:43
We kunnen het behandelen,
als je denkt dat ze het wat vinden.
:47:47
- Vast wel.
- Welk stuk kan ik 't beste voorlezen ?
:47:51
Dat is makkelijk.
Als hij ontsnapt uit de gevangenis.
:48:07
Nou, topsporter. Hier is je kleedkamer.
:48:16
Het was maar een spel, gewoon
een partijtje football, meer niet,
:48:22
maar ik wou
dat we nooit hadden meegedaan.
:48:24
Bewakers tegen gedetineerden.
:48:26
De bewakers trainden
vier keer per week.
:48:29
0ns team werd de maandag
voor de wedstrijd gekozen.
:48:32
We mochten twee uur trainen.
:48:34
Het maakte niet uit.
We mochten niet winnen.
:48:37
We moesten alleen komen opdagen.
:48:39
- Wie is hier de sterkste ?
- Wat bedoel je precies ?
:48:43
- Naar wie luistert iedereen ?
- Rizzo. Die zwarte jongen daar.
:48:49
Michael zag een manier
om het spel gelijkwaardiger te maken.
:48:53
Maar hij had hulp nodig.
Hij had Rizzo nodig.
:48:57
Een zwarte met een Italiaanse naam.
Met Rizzo erbij hadden we een kans.