:48:07
Nou, topsporter. Hier is je kleedkamer.
:48:16
Het was maar een spel, gewoon
een partijtje football, meer niet,
:48:22
maar ik wou
dat we nooit hadden meegedaan.
:48:24
Bewakers tegen gedetineerden.
:48:26
De bewakers trainden
vier keer per week.
:48:29
0ns team werd de maandag
voor de wedstrijd gekozen.
:48:32
We mochten twee uur trainen.
:48:34
Het maakte niet uit.
We mochten niet winnen.
:48:37
We moesten alleen komen opdagen.
:48:39
- Wie is hier de sterkste ?
- Wat bedoel je precies ?
:48:43
- Naar wie luistert iedereen ?
- Rizzo. Die zwarte jongen daar.
:48:49
Michael zag een manier
om het spel gelijkwaardiger te maken.
:48:53
Maar hij had hulp nodig.
Hij had Rizzo nodig.
:48:57
Een zwarte met een Italiaanse naam.
Met Rizzo erbij hadden we een kans.
:49:02
Jongen, ik weet niet
wat jij op straat speelt,
:49:05
maar hier winnen de bewakers altijd.
:49:08
- Waarom ?
- Hoor eens.
:49:11
De bewakers blijven bij me uit de buurt.
:49:14
Als ik meedoe en ze pijn doe,
dan is dat ook afgelopen.
:49:18
We hoeven niet te winnen,
maar ik wil niet afgemaakt worden.
:49:21
Dat gebeurt dagelijks.
Waarom zaterdag niet ?
:49:25
Zaterdag kunnen we terugslaan.
:49:28
Werkelijk ?
:49:29
Ze laten je met rust,
maar ze pakken evengoed.
:49:33
- Ze vinden je een beest.
- Dat doet me niks.
:49:36
O, jawel. En door zaterdag
terug te slaan, verandert er niks.
:49:40
- Waarom zou ik het dan doen ?
- Om ze te laten voelen wat wij voelen.
:49:45
Al is het maar voor even.
:49:48
Geen geintjes, sambo.
Er raakt niemand gewond, gesnopen ?
:49:53
Ik kies kop.
:49:57
Hij zegt kop. En het is kop.