1:49:24
Goedemorgen, Mr. Ferguson.
1:49:26
Dank u voor uw komst.
Ik weet dat 't een hele reis voor u was.
1:49:30
Jammer dat het voor zoiets triests is.
1:49:33
U en Sean Nokes waren bevriend.
1:49:35
Uw getuigenis omtrent zijn karakter
is van belang.
1:49:38
We waren goede vrienden.
Hij was een echte vriend.
1:49:42
Was u z'n beste vriend ?
1:49:44
Ik stond hem het meest na, ja.
1:49:46
- Hoe lang kende u elkaar ?
- Zo'n 17, 18 jaar.
1:49:51
- Zag u elkaar vaak ?
- Zo vaak we konden.
1:49:54
Tijdens weekends, feestdagen,
vakanties, u kent dat wel.
1:49:59
Wat voor een man was Sean Nokes ?
1:50:01
Een goede man. Te goed
om door die twee vermoord te worden.
1:50:05
- Bezwaar, dat is 'n mening, geen feit.
- Ik vroeg z'n mening.
1:50:09
Afgewezen. Ga door.
1:50:13
Mr. Ferguson,
weet u of hij ook vijanden had ?
1:50:17
- Sean Nokes had geen vijanden.
- Dank u, Mr. Ferguson.
1:50:21
Dat was alles.
1:50:27
- Is dat een gevangenis ?
- Nee, een tuchthuis voor jongens.
1:50:31
En wat was uw functie precies ?
1:50:34
Het gebruikelijke. Orde handhaven.
1:50:37
Zorgen dat ze op tijd naar de les gingen.
1:50:40
Problemen voorkomen.
Ze instoppen. Niks bijzonders.
1:50:44
Mochten u en Mr. Nokes geweld gebruiken
1:50:47
om, zoals u zegt, orde te handhaven ?
1:50:50
- Wat bedoelt u met geweld ?
- Mocht u ze slaan ?
1:50:54
Nee, natuurlijk niet.
1:50:56
Zijn er wel eens jongens geslagen toen
u bij het Wilkinson Tuchthuis werkte ?