:19:02
Ze ziet er niet zo vrolijk uit.
:19:05
Moest je morgen niet vroeg op?
:19:09
Ik doe wel veel voor je.
- Misschien betekent dat niets.
:19:12
Jawel, dat je veel lef hebt.
- Alleen op dit moment.
:19:16
Tot m'n vriendin Nuria het opgeeft.
:19:19
Dit is m'n huis. Als je erom
lacht, gooi ik je eruit.
:19:23
Waarom zou ik erom lachen?
- Het is niet veel, maar wel goedkoop.
:19:31
Hou je van clowns?
- Dat zijn mimespelers.
:19:36
Pancho?
:19:39
Ik heb een kat.
- Ik haat katten.
:19:41
Ze zijn net zo vals als actrices.
- Zegt de barkeeper.
:19:47
Waar betaal je dit van?
:19:49
Helpen je ouders je? Werk je erbij?
:19:53
Hij is wel nieuwsgierig, hè?
:19:55
Ik ben wapenhandelaar.
- Ik vroeg me al af hoe die woonden.
:20:01
Dan weet je het nu.
:20:24
Hoe leg ik dit uit?
:20:27
U begrijpt het nooit,
ik snap 'tzelf niet eens.
:20:31
Ze ging koffie zetten
en ik snuffelde wat rond.
:20:35
En ik kreeg dat malle gevoel
datvaker voorkomt.
:20:38
Ik vind het mooi.
- Watvoelde je?
:20:42
Dat ik van haar hield.
God, wat gënant.
:20:45
Sorry, ik hoorde je niet.
- Ik zei dat ik je huis leuk vind.
:20:49
Dat van jou is ook leuk.
Wil je ruilen?
:20:52
Morgen is het niet zo leuk meer.
Bovendien bedoel ik de inrichting.
:20:57
Jouw huis is...persoonlijker.
- En warmer.