:20:01
Dan weet je het nu.
:20:24
Hoe leg ik dit uit?
:20:27
U begrijpt het nooit,
ik snap 'tzelf niet eens.
:20:31
Ze ging koffie zetten
en ik snuffelde wat rond.
:20:35
En ik kreeg dat malle gevoel
datvaker voorkomt.
:20:38
Ik vind het mooi.
- Watvoelde je?
:20:42
Dat ik van haar hield.
God, wat gënant.
:20:45
Sorry, ik hoorde je niet.
- Ik zei dat ik je huis leuk vind.
:20:49
Dat van jou is ook leuk.
Wil je ruilen?
:20:52
Morgen is het niet zo leuk meer.
Bovendien bedoel ik de inrichting.
:20:57
Jouw huis is...persoonlijker.
- En warmer.
:21:01
Warmer? Vond je mijn huis koud?
- Een beetje.
:21:06
Ben ik ook koud? M'n huis
vind je wel koud, hoe zit dat?
:21:10
Je denkt toch niet dat ik nu
je kwaliteiten ga opsommen.
:21:14
Je vindt jezelf wel slim, hè?
- Misschien.
:21:17
Je hoeft m'n kwaliteiten
niet op te sommen.
:21:20
Nee, je weet wel wat die zijn,
maar je wilt dat ik ze ook zie.
:21:25
Dat zeg jij.
- Ik ga hier niet over in discussie.
:21:28
Best, je had toch verloren.
- Denk je?
:21:32
Ik wil ook geen discussie.
Laten we het tegendeel doen.
:21:36
Geen gesprek?
- We laten onze fouten zien.
:21:39
Goed.
:21:53
Ik hoop dat je eerlijk bent.
- Nauwkeuriger kan het niet.
:21:59
Goed, ik ben klaar.