:26:34
Van het feest, wil je wat?
- Nee, dank.
:26:37
Doe maar onschuldig.
- Ik vermaak me zo ook wel.
:26:41
Dat zie ik.
:26:44
Die moet je niet slikken
als je rijdt.
:26:50
Je doet maar.
:26:54
Wat is geluk voor jou?
:26:58
Voor mij is dit geluk.
Hier zijn met jou. En voor jou?
:27:03
Ik weet het niet. Dit is niet
het moment voor zo'n gesprek.
:27:08
Je gedachten zijn ergens anders, hè?
:27:12
Misschien.
:27:21
Er is één ding wat me dwarszit.
:27:24
Dat je niks van me weet. Alleen
dat ik Nuria heet en goed neuk.
:27:30
Dat zijn belangrijke dingen.
- Je weet niet eens waar ik woon.
:27:34
Dan gaan we nu naar je huis.
:27:39
Dat is niet ver.
:27:50
Zeg eens, geloof jij in God?