:27:03
Ik weet het niet. Dit is niet
het moment voor zo'n gesprek.
:27:08
Je gedachten zijn ergens anders, hè?
:27:12
Misschien.
:27:21
Er is één ding wat me dwarszit.
:27:24
Dat je niks van me weet. Alleen
dat ik Nuria heet en goed neuk.
:27:30
Dat zijn belangrijke dingen.
- Je weet niet eens waar ik woon.
:27:34
Dan gaan we nu naar je huis.
:27:39
Dat is niet ver.
:27:50
Zeg eens, geloof jij in God?
:28:55
Gaat 't?
- Ben je goed thuis gekomen?
:28:58
Ik heb vreselijk gedroomd.
- Dat je me nooit meer zag.