1:04:02
Waarom niet?
Je bent 'n leuke meid.
1:04:08
Kijk waar je rijdt.
Ik meen het echt.
1:04:13
- Heb jij 'n vriendin?
- Dat heb ik opgegeven.
1:04:18
Het kan altijd mislukken.
1:04:31
- Dit is Greg van het pakhuis.
- Wat is er aan de hand?
1:04:37
Ik dacht dat je haar kwijt was.
En nou zit ze hier voor me.
1:04:41
- Ga zitten. We moeten praten.
- Zeker weten.
1:04:46
- Hallo.
- Scotch met ijs.
1:04:49
- Heb je 'n legitimatie?
- Scotch hier, chocola voor haar.
1:04:54
Ik heb geen zin om te zitten niksen
met 'n drankje in Heidi-land.
1:05:00
- Geef me de tas.
- Ik heb de tas niet.
1:05:04
- Waar is hij?
- In de auto van haar oom.
1:05:10
In de auto van haar oom?
Dit is niet te geloven !
1:05:15
- Rustig. 't is jouw probleem niet.
- Hoe kan jij dat weten?
1:05:20
- Ze denken dat we 't samen deden.
- Waarom?
1:05:24
Criminelen zijn achterdochtig.
Ze denken dat we in Caribiƫ zitten.
1:05:31
- Caribiƫ?
- Jij was er al geweest.
1:05:36
- Is ze altijd zo?
- Ja, ze luistert nooit.
1:05:40
We krijgen het geld van haar vader.
1:05:44
- Haar vader? Je zei haar oom.
- Mijn vader geeft het aan m'n oom.
1:05:50
- Hij geeft 't mij. Vat je 't nou?
- Je vader . . .
1:05:55
- Dit is niet waar.
- Nog makkelijker dan stof afnemen.